Wanneer van 2 naar 1 slaapje overgaan

 Wanneer gaat je kind van  2 naar 1 slaapje?  Dat moment verschilt per kind. Het belangrijkste is dat je het niet overhaast en goed blijft kijken naar het gedrag van je kindje. Hoe dit precies werkt lees je in deze blog!

Wanneer je kind van 2 naar 1 slaapje overgaat is niet direct afhankelijk van de leeftijd, maar van je kindje. Het ene kind heeft nu eenmaal meer slaap nodig dan het andere. Daar gaat het immers om: een dutjes overgang betekent dat je kleintje overdag minder slaap nodig heeft.

In de eerste twee jaar zal je kleintje meerdere dutjes overgangen doorlopen. Eerst gaat je hij van om de paar uur slapen naar 3 vaste dutjes op een dag. Hierna maakt je kindje de overgang van  3 naar 2 slaapjes en daarna komt dus het moment dat hij nog maar 1 slaapje nodig heeft. Op welke leeftijd je kleintje van 2 naar 1 slaapje overgaat is ongeveer rond de 15 – 18 maanden. Het liefst niet eerder, later kan wel.

Het beste antwoord op de vraag ‘wanneer gaat je kind van 2 naar 1 slaapje’ is: let op de signalen. Eigenlijk hoef je niet naar de leeftijd te kijken, maar enkel naar het gedrag dat je kleintje laat zien. Er zijn een paar kenmerkende signalen die aangeven dat het misschien tijd is om van 2 naar 1 slaapje te gaan.

1. Je kindje wil niet om de gebruikelijke tijden gaan slapen
2. Je kindje weigert dutjes.
3. Je kindje wordt ’s nachts weer wakker.
4. Je kindje is heel vroeg wakker.
5. Je kindje wilt ’s middags niet meer slapen.
6. Het ochtenddutje is heel kort.
7. Het in slaap vallen duurt langer dan voorheen.

Er zijn een paar veelvoorkomende scenario’s bekend waarbij kindjes niet in slaap vallen voor een dutje of bij bedtijd, omdat ze minder slaap nodig hebben. Merk je één van deze scenario’s op dan kun je proberen wat te schuiven in de dutjes of al proberen een dutje te schrappen.

De scenario’s:

1. Het duurt steeds langer voordat je kindje in slaap valt tijdens het ochtenddutje. Of hij valt helemaal niet in slaap. Voordat je dit slaapje schrapt, is het goed om eerst het ochtenddutje te plannen op een goed moment. Dat moment is nadat je kindje 3 of 3,5 uur wakker is geweest. Is hij dus om 7.00 uur wakker, dan probeer je jouw kleintje om 10.00 uur naar bed te brengen. Valt hij nog steeds niet in slaap, dan is het dutje waarschijnlijk niet meer nodig.
2. Het ochtenddutje gaat prima maar het middagdutje niet. Je kindje valt bijvoorbeeld pas laat in slaap waardoor bedtijd ’s avonds naar achteren wordt geschoven. Deze is bijvoorbeeld pas om 21.00 uur. Ook dit geeft aan dat je kleintje minder slaap nodig heeft.
3. Je kindje heeft een kort ochtenddutje, maar valt desondanks ´s middags maar lastig, of helemaal niet in slaap.

Wanneer je niet van 2 naar 1 slaapje moet gaan, is wanneer je kleintje jonger is dan 14 maanden. Soms denken ouders dat ze snel na de eerste verjaardag de dutjes overgang kunnen maken, maar dat is absoluut niet het geval. Hét advies van slaapcoaches is zo lang mogelijk vast te houden aan de twee dutjes. Waarom? Wanneer je te snel de overstap maakt van 2 naar 1 slaapje is de kans groot dat je kindje overdag oververmoeid raakt. Hij of zij moet namelijk ongeveer 5 uur achtereen wakker zijn en dat is voor die leeftijd vaak nog te veel. Gevolgen: hij/zij kakt compleet in rond 17.00 uur en/of is de hele avond een ramp.

Maar wat doe je als je toch merkt dat de dutjes overdag niet meer zo soepel verlopen als eerst? Onderstaand hebben we twee trucjes omschreven die je kunt toepassen om de overgang naar 1 dutje nog even uit te stellen.

1. Kort het ochtenddutje in

Voor veel kindjes jonger dan 15 maanden (en soms ook 15 maanden of ouder) is 5 uur achter elkaar wakker zijn te lang. Om die reden is het goed de twee dutjes zo lang mogelijk in stand te houden. Een manier die helpt ervoor te zorgen dat je kindje het tweede dutje ook nog wilt doen, is het eerste dutje kort houden. Begin met een uur. Na het uur maak je jouw kleintje wakker. Het middagdutje plan je ongeveer 3 tot 4 uur later. Bekijk het voorbeeldschema voor inspiratie!

2. Tijd oprekken tussen de dutjes

De tweede methode die kan helpen om de dutjes zo lang mogelijk in ere te houden is de tijd tussen de dutjes wat oprekken. Op die manier is je kindje langer wakker tussen de dutjes door en daardoor misschien meer vermoeid. Dit betekent vaak wel dat bedtijd ’s avonds ook iets naar achter verschuift. Zie onderstaand schema!

Jouw baby verandert constant van ritme! Je baby heeft nu nog maar één dutje per dag nodig, maar ook dit verandert. Wil jij weten wat je te wachten staat? In onze e-book met slaaproutines   vind je handige voorbeeldroutines per leeftijd. Zo weet je zeker dat jouw kleine altijd voldoende, kwalitatieve slaap krijgt. Bestel en ontvang deze handige bundel met voorbeeldschema's direct in je mailbox!

Voorbeeldschema's voor kinderen van 0 tot 4 jaar

E-book met voorbeeldroutines voor kinderen 0 tot en met 4 jaar

• Geschreven door onze slaapcoaches!
• Voorbeeldroutines voor elke leeftijdsgroep 0 t/m 4 jaar
• Ontdek het belang van een gezonde slaaproutine
• Leer wat wakkertijden en slaapsignalen zijn
• Stap-voor-stap leren inbakeren!
• Slaapveiligheid, alle basics
• Doorslapen, valt het echt te leren?

Bestel hem nu! 

Heb je de bovenstaande twee trucjes geprobeerd om de twee dutjes zo lang mogelijk in stand te houden? Merk je toch dat je kindje klaar is voor een dutje minder? Dan is het tijd voor de overgang. Wanneer je de overgang maakt van 2 naar 1 slaapje, houd er dan altijd rekening mee dat het tijd nodig heeft. Je moet ernaartoe werken, en niet ineens een dutje schrappen. Soms hoef je alleen maar het ritme te volgen. Maar meestal heeft het gehele proces wat begeleiding nodig. Onderstaand twee methodes die je kunt gebruiken voor de overgang van 2 naar 1 slaapje.

Kies de methode die het beste bij je kind past. Methode 1 werkt waarschijnlijk het beste bij kinderen die lange ochtenddutjes doen en ´s middags niet meer willen slapen. Methode 2 werkt goed bij kindjes die al een kort middagdutje deden.

Methode 1: schuif het ochtenddutje op

Je kunt beginnen met het ochtenddutje in kleine stapjes op te schuiven. Sliep je kindje bijvoorbeeld altijd rond 10 uur. Dan probeer je dit moment op te schuiven naar 10.30 of 11.00 uur. Dit houd je een paar dagen aan. Als het goed gaat kun je het dutje weer in een stapje van 20-30 minuten verschuiven. Neem hier de tijd voor. Het doel is het middagdutje rond 12.00 – 12.30 uur te laten plaatsvinden. Dit gehele proces kan wel twee weken in beslag nemen.

Methode 2: kort het ochtenddutje steeds verder in

Mocht het ochtenddutje al vrij kort zijn, dan werkt deze methode waarschijnlijk heel goed. Bij deze methode kort je het ochtenddutje steeds verder in. Eerst tot een uur. Dan tot 45 minuten. Vervolgens maar een half uurtje en al laatste geen ochtenddutje meer.

Wanneer je van 2 naar 1 slaapje overgaat zijn er een paar dingen heel erg belangrijk. Als je onderstaande punten in acht neemt, vergroot je de kans dat de overgang soepel verloopt!

1. Neem de tijd en verwacht geen wonderen: een dutjes overgang kost nu eenmaal tijd omdat je kind moet wennen aan de nieuwe situatie en het feit dat de wakkertijd een stuk langer is.
2. Wakkertijd tussen de 4,5 en 5 uur:  zorg er met name in het begin voor dat de wakkertijd (de tijd dat de kleine wakker is) niet langer is dan 4,5 tot 5 uur. Dit betekent vaak dat je kindje ’s avonds eerder naar bed gaat; 5 uur nadat hij wakker is van het middagdutje. Waarschijnlijk heeft hij dat ook nodig.
3. Let op de signalen van je kind: soms ben je zo met schema’s bezig dat je bijna vergeet te kijken naar de signalen die je kind afgeeft. Want het kan zomaar zijn dat het een paar dagen goed gaat en je kindje dan ineens toch ontzettend moe is aan het einde van de middag. Blijf daarom altijd letten op de vermoeidheidssignalen. Is je kind moe, dan is het bedtijd, ongeacht hoe laat het is! Is het wat later in de middag, laat je kindje dan een kleine powernap doen.
4. Dutjes weigeren is niet altijd een teken dat er een dutje geschrapt moet worden.  Er kan ook sprake zijn van een ontwikkelingssprong of een slaapregressie . Vaak gaan deze momenten ook gepaard met slechter slapen of niet willen slapen.
5. Lekker lang laten dutten:  vooral in het begin is het belangrijk je kindje lekker lang te laten dutten. Ongeveer 2 – 2,5 uur is helemaal prima. Slaapt hij een keer maar een uur, probeer hem dan opnieuw te laten slapen. De dag is anders echt te lang.
6. Gebruik white noise of een slaaptrainer:  valt je kindje maar moeilijk in slaap? Misschien is een white noise apparaatje het perfecte hulpmiddel om je kleine op weg naar dromenland te helpen. Een white noise apparaat produceert een kalmerende ruis die omgevingsgeluiden maskeert. Het is wetenschappelijk bewezen dat het zeer effectief is en helpt sneller en dieper te slapen. Klinkt goed toch?